Voorzitter Hendrik Galema blikt terug!

Jonge boeren krijgen veel sympathie, maar te weinig perspectief merkte Hendrik Galema in zijn vijf jaar als voorman van de Friese agrarische jongeren. „Fan moaie wurden allinnich krije wy noch gjin fergunning of finansiering.”

De landbouw vergrijst en dat leidt tot kopzorgen, onder andere in Brussel. Minder dan 12 procent van de boeren in de Europese Unie is jonger dan 40, memoreerde landbouwcommissaris Christophe Hansen woensdag nog bij de presentatie van zijn landbouwvisie.

Hij is bezorgd dat Europa op termijn ook voor landbouwproducten steeds afhankelijker wordt van andere delen van de wereld en wil jonge boeren dan ook extra ondersteunen en het beroep aantrekkelijker maken. „Zeker gezien de huidige geopolitieke en klimaat-onzekerheden.”

Wie wordt er nog boer?

Maar wie wil er tegenwoordig nog boer worden? De belangenclub voor agrarische jongeren in Friesland (AJF) zocht het onlangs uit onder haar 1180 leden, dat is iets meer dan een vierde van het aantal boerenbedrijven in de provincie.

Veruit de meesten willen wel of denken er nog over na en 18 procent wil het in ieder geval niet, zegt voorzitter Hendrik Galema (34) uit Hartwerd. Het zijn jongeren van 16 tot 35 jaar met een agrarische achtergrond. Ze komen vaak van een boerderij, maar zitten soms ook in het loonwerk of hebben een andere baan in de agrarische sector.

Zelf wist Galema het vrij snel. „Ik bin opgroeid op in pleats en hie al gau wat skiep. Ik fûn it altyd moai om mei fee om te gean.” Op zijn 23e stapte hij in een maatschap met zijn vader, oud CDA-gedeputeerde Sjoerd Galema en inmiddels runt hij een boerderij met 155 koeien.

Fan moaie wurden krije wy gjin fergunning

Hij juicht de plannen van de Europese Commissie toe, maar is vooral ook benieuwd naar de concrete uitwerking. „It binne no noch benammen moaie wurden, mar fan moaie wurden allinnich krije wy gjin fergunningen en finansiering.”

Er staat bovendien veel in wat hij de afgelopen vijf jaar als voorzitter vaker hoorde. „Wy hawwe it altyd oer it ferleegjen fan de regeldrok, goed ynkommen foar de boer en lokaal iten. Nimmen fynt it gewoan dat wy ús iten oeral weislepe.”

Iedereen loopt weg met de jonge knuffelboer

En of het nou, Brussel, Den Haag, het Provinsjehûs in Leeuwarden of de gemeente is, vanuit elke bestuurderskamer klinkt eigenlijk wel steun voor de jonge boer merkte Galema. „Ik bin gjin minsken tsjinkaam dy’t it net goed foar hawwe mei de jonge boer yn de fiif jier dat ik foarsitter bin. Eltsenien rint der mei wei, de jonge boer is wat knuffelber. Mar it bliuwt faak by goede yntinsjes.”

Landbouwakkoord

Ook voormalig landbouwminister Piet Adema hief de jonge boer op het schild, vanwege hun constructieve houding om tot een landbouwakkoord te komen. Dat moest toekomstperspectief bieden aan de sector en een uitweg uit de stikstofcrisis. Galema had hier wekelijks een overleg over met andere provinciale afdelingen van het Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK).

Hij baalde dat het overleg medio 2023 stukliep toen de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) de handen ervan aftrok omdat de sector in grote onzekerheid achterbleef. „Wy hiene der graach mei troch wollen.”

Uiteindelijk besloot Adema nog wel meer geld opzij te zetten voor boeren onder de 40 jaar die een bedrijf beginnen of overnemen. Die vestigingssteun werd opgehoogd met 100 miljoen euro voor de periode tot 2027, zodat jonge boeren 80.000 konden krijgen als ze beginnen, mits ze aan bepaalde voorwaarden voldoen.

Op slot

Een mooie steun in de rug, vindt Galema, maar ondertussen zitten veel bedrijven nog altijd op slot. Vanwege de stikstofcrisis ligt de vergunningverlening voor bijvoorbeeld de bouw of uitbreiding van een stal op veel plekken stil. En dat treft onder andere jonge, ambitieuze boeren. „Dy hawwe faak in soad kosten makke en wolle útwreidzje om it wer werom te fertsjinjen, mar dat is no bot beheind.”

Hij wijst ook de opgaven rond het terugdringen van stikstof, broeikasgassen en het schoner maken van water. „Jonge boeren hawwe faak ynnovative ideeën en wolle meitinken en feroarje, mar as der gjin perspektyf is wurdt de fraach: wa binne aanst de boeren dy’t oerbliuwe foar de transysje? Op’e Feluwe hat bygelyks al in ôfdieling fan de agraryske jongerein himsels opheven omdat der safolle stoppers binne.”

Friese knelpunten

Friesland telt gemiddeld net iets meer bedrijfsopvolgers dan de rest van het land. De leeftijd ligt met 55 jaar net iets onder dat van de gemiddelde Europese boer van 57, maar dat neemt niet weg dat hier niet de nodige uitdagingen zijn. „Hast hjir ek wol jonge PAS-melders en de ôfbou fan de derogaasje wurdt hjir wol hiel hurd fielt.”

De PAS-melders –die zonder een geldige vergunning zitten sinds de Raad van State in 2019 streep zette door het Programma Aanpak Stikstof (PAS)– hadden aanvankelijk voor komende vrijdag gelegaliseerd moeten worden. Dat is drie jaar nadat het legalisatieprogramma werd vastgesteld.

Foarútskowe

Het kabinet wil de legalisatie met drie jaar verlengen. Galema hekelt het gemak waarmee dat werd aangekondigd. „Wat jo net past skowe jo dan foar jo út, wylst de PAS-melders langer yn ûnwissens bliuwe.” Landbouwminister Femke Wiersma maakte onlangs bekend dat ze goede kansen ziet voor een soepeler stikstofberekening.

Door de rekenkundige ondergrens te verhogen, waarmee berekend wordt of een bedrijf een natuurvergunning nodig heeft voor de stikstofneerslag die in een nabijgelegen natuurgebied belandt, zouden in één klap de meeste PAS-melders legaal zijn. „Dat skealt in soad. Mar wy hiene it der fiif jier lyn ek al oer en doe koe it net.”

Verlies mestprivilege

Daarnaast doet het verlies van de uitzondering (derogatie) om meer mest uit te mogen rijden dan elders in Europa extra pijn in Friesland. Hier waren relatief weinig boeren met een mestoverschot. In het Zuiden is dat anders waar zich in de loop der tijd een heel systeem ontwikkelde rond de afzet, verwerking en export van mest.

Sinds de afbouw van de derogatie in 2023 begon zijn er in korte tijd veel Friese boeren bijgekomen met een overschot die nu hoge bedragen kwijt zijn om hun mest te laten afvoeren. De provincie zet zich nu in om in ieder geval voor Friesland een gebiedsderogatie te krijgen. „Dat is noch in lêtste strohalm.”

Meer tijd voor koeien en gezin

Met veel grond en een vrij extensief bedrijf –met onder meer weidevogelbeheer– kan Galema de mest van zijn eigen bedrijf nog wel grotendeels kwijt. Maar het stikstofslot, dat na de uitspraak in december over het schuiven van stikstofruimte binnen het bedrijf (intern salderen) vaster kwam te zitten, belemmert voorlopig wel de ambitie om door te groeien naar 300 koeien.

Hij kan zich over een paar weken in ieder geval weer meer met het bedrijf bezig houden. De maximumleeftijd voor de agrarische jongeren van 35 komt meer in zicht en zijn bestuurstermijn van vijf jaar zit er bijna op. Of hij nog een bestuurscarrière ambieert, zoals zijn voorganger Eke Folkerts of zijn vader Sjoerd, weet hij nog niet.

„It bestjoerswurk wie hiel leuk, ik soe my fereard fiele. Mar ik haw ek wol sjoen fanút hûs wat it kostet. Bist in protte fuort. Ik bin koartlyn heit wurden en wol no ek earst wat mear thús wêze. Oant de simmer wol ik yn elts gefal myn hannen frij hawwe en dan sjoch ik wol.”

Artikel: Leeuwarder Courant 25-02-2025

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.